dinsdag 31 december 2013

Centraal vuurwerk? Ik ben vóór!

De discussie lijkt steeds breder te worden: vuurwerk geeft overlast. Vandalisme, angstige mensen, angstige dieren, smog in de lucht en rotzooi op straat. Waarom doen wij dit eigenlijk? Wat mij nog het meeste stoort is dat enorme geldbedrag dat zomaar kris kras de hemel ingeschoten wordt. Vorig jaar is voor bijna 70 miljoen euro uitgegeven aan vuurwerk. Hoeveel zinvols kun je daar niet voor doen in onze samenleving?

Stel je daarom de volgende situatie eens voor: Het is Oudejaarsavond, 23.45 uur. De gourmet is inmiddels gezakt, het spelletje Kolonisten van Catan is gespeeld en Theo Maassen is aan het afronden. Je trekt je jas aan en wandelt naar, bijvoorbeeld, de parkeerplaats van het station. Onderweg tref je vele andere Voorhouters, met hun buren of met vrienden, allemaal op weg naar het plein voor een babbeltje en straks een nieuwjaarsgroet. Een lekker glaasje en een hartig hapje; enkele kraampjes verkopen het allemaal. Vuurkorven en kerstbomen zorgen voor sfeer en uit grote luidsprekers klinken Oudejaars-evergreens. Een grote digitale klok telt langzaam af... en om precies 00.00 uur begint een geweldige vuurwerkshow. Adembenemend en heel veilig. 

Een centraal vuurwerk bij de jaarwisseling? Hoe mooi zou dat zijn? Saamhorigheid, minder verspilling, minder overlast. Ik zie het wel zitten en zou graag eens een rekensommetje maken! Van mij mogen liefhebbers een paar uurtjes rond 00.00 uur best wat klein vuurwerk afsteken. Die 'lol' zou ik niemand willen ontnemen. Maar verlost worden van drie dagen knallers om ons heen is wel héél aantrekkelijk.  


woensdag 25 december 2013

Sociale media

"Ik zou een foto van jullie moeten maken. Moeten jullie jezelf nu eens zien zitten." De baliemedewerkster in het ziekenhuis is niet bepaald enthousiast. Met z'n drieën tegelijk kijken wij op, onze mobiele telefoons in onze hand. "Al die mobieltjes! Mensen praten niet meer met elkaar", zegt ze narrig.

Verbaasd kijken wij elkaar aan. Wat is dat nu? Voorzichtig vertel ik dat wij reageren op whatsapp-jes van vrienden en bekenden die ons en onze dochter sterkte wensen zo vlak voor de operatie. Maar de baliemedewerkster hoort het niet, ze moppert nog even door dat de wereld zo klein wordt als mensen alleen maar aandacht voor hun mobieltjes hebben.

Ondertussen stemmen wij nog even de laatste afspraken voor deze spannende dag af. En genieten samen van de laatste lieve berichtjes en blijken van medeleven. Blij dat onze wereld zo groot geworden is door onze mobieltjes.

dinsdag 24 december 2013

Een bijzondere kerstavond

Koud was het wel vandaag. Geen sneeuw, daar hoopte iedereen ook dit jaar weer tevergeefs op. Maar de kou had van deze kerstdag ook iets moois gemaakt. Overal glinsterde rijp op houtwerk van huizen en op takken van bomen. Een decemberzonnetje maakte de dag heel aangenaam. Veel mensen hadden een wandelingetje gemaakt, om daarna lekker thuis chocolademelk met slagroom of een glas wijn te drinken.

Warm en gezellig
En nu zit iedereen lekker binnen. Ook in dit huis branden de kaarsjes. Rode linten en nepsneeuw tegen de ramen. Niet zo mooi als de etalages van de Bijenkorf, maar de vrijwilligsters hebben het met liefde gedaan. En natuurlijk een kerstboom. Een kunstboom, maar dat geeft niet. Iedereen is hartstikke blij met dat symbool van Kerstmis. 
De grote keukentafels zijn voor deze kerstavond tegen elkaar aan geschoven. Het eten is niet exclusief, want er is niet veel tijd om te koken. Het voorgerecht is door de zus van één van de bewoners gemaakt. Het hoofdgerecht een simpele boerenkoolmaaltijd. En het nagerecht een ‘grand dessert’ van vanillevla, ijs, fruit en stukken Mona-toet. Uit ieders koelkast komt wel wat. Koelkasten die regelmatig aangevuld worden door betrokken familie en vrienden. Want zelf boodschappen doen is er al lang niet meer bij. En na maandenlange hoge kosten moet zo langzamerhand elke euro nog eens worden omgedraaid.

Samengebracht
De bewoners van dit huis zijn heel bijzonder, een gemengd gezelschap. Ze zouden elkaar nooit spontaan als vrienden uitgekozen hebben. Toch is er een enorme band tussen deze mensen, omdat ze allemaal in dezelfde situatie zitten. Hun kindje ernstig ziek in het naastgelegen ziekenhuis. Ver weg van thuis, ver weg van broertjes en zusjes. En de enige manier om dichtbij te zijn, is logeren in dit huis. Het Ronald McDonald Huis.
Ondanks het verdriet en de angst voor de toekomst is het een fijne kerstavond. Een avond met een heel bijzondere sfeer, even ver weg van de werkelijkheid. Vrolijk gelach, mooie verhalen over vroeger en zingen onder de kerstboom. Ook eens wat aandacht voor de gezonde broertjes en zusjes. Die spelen in de gezamenlijke woonkamer of kijken een film in de door het bedrijfsleven gesponsorde t.v.-kamer. Even een moment om de zinnen te verzetten, zodat iedereen morgen in zijn eigen slaapkamer weer gesterkt wakker zal worden. Morgen mogen die tranen wel weer komen. Maar wel pas morgen.


Kerstmis is een tijd waarin velen zich bezinnen op belangrijke waarden in het leven. Want wat ís geluk nou eigenlijk? ’s Morgens wakker worden en uitkijken naar de nieuwe dag. Je familie en vrienden om je heen. Je kinderen zien opgroeien. 
Soms is dat geluk ineens verstoord. Het Ronald McDonald Kinderfonds is er dan om ouders, broertjes en zusjes de gelegenheid te bieden dicht bij hun zieke kind, hun zieke broertje of zusje te verblijven. Meer informatie? http://www.kinderfonds.nl.

vrijdag 20 december 2013

Herenstraat-slalom

Iedere dag weer is het lastig. Maar gisteren, op zo ongeveer de donkerste dag van het jaar, voelde ik me een deelnemer aan een spannend evenement. Geen "Fiets 'em er in'' of "Blij dat ik rij", maar "Doorcross het dorp".

Eén grote chaos in de Herenstraat. Witte en rode autolampen lichten fel op in een aardedonkere omgeving. Het verkeer komt van werkelijk alle kanten, met alle denkbare snelheden. De enige manier om de andere kant te bereiken is je er stapvoets doorheen te persen en de lossende vrachtwagens voor lief te nemen. Dat geldt natuurlijk ook voor het gemeentewagentje dat juist in deze ochtendspits bladeren komt blazen en ruimen. Schaterend zit ik achter het stuur; deze timing verzin je toch niet?

Het meest verbijsterend vind ik de naïviteit en het ongeduld van de fietsende verkeersdeelnemers. Waarom zou je als fietser ergens rekening mee houden? Doet je fietslamp het niet, dan koop je toch gewoon zo'n witte bungelende stip voor aan het stuur? Nauwelijks zichtbaar, who cares? Met z'n tweeën naast elkaar, maar liever nog met z'n drieën, rijd je het gezelligst richting de Nagelbrug. Moet kunnen. Misschien te simpel geredeneerd, maar zouden we daar lokaal geen afspraken over kunnen maken? En dan de basisregels in het verkeer. Waarom zou je eigenlijk omkijken voor je gaat inhalen? En mocht enig auto je de weg belemmeren, dan neem je als alternatieve route toch gewoon het voetgangersgebied? Al die afgeschuinde trottoirbanden lijken speciaal voor deze sluiproute gemaakt. Dat je als automobilist een hartverzakking krijgt van zo'n heen en weer schietende fietser komt nauwelijks bij hen op.

Met de nieuwe randweg in de maak, is de drukte op de Herenstraat op afzienbare termijn opgelost. De mentaliteit van de verkeersdeelnemers? Zou dat misschien iets langer duren?


maandag 2 december 2013

Zo logisch

Zo moe..
Zo verschrikkelijk moe… maar daar hebben een peuter van drie en een baby van een paar weken geen boodschap aan. De één wil aandacht, de ander heeft honger. Met z’n drieën op het grote bed liggen we tegen een paar grote zachte kussens aan. Knus onder de klamboe, gordijnen dicht, afgesloten van de wereld. 

Met moeite kan ik mijn ogen open houden. Ze zakken even dicht en zijn meteen weer open, telkens weer. Voor ik echt wegdut, trapt een beentje tegen mijn been aan. Ik voel het, maar ben niet in staat te reageren. Ongeduldig volgt er weer een trap, iets hoger, tegen mijn heup. En nog een. “Hou op”, mompel ik. Maar mijn gevecht met de vermoeidheid is voor onze peuter geen enkele reden om te stoppen. 

Als de baby plotseling begint te krijsen is er een grens overschreden. Zonder er over na te denken schiet mijn hand uit en eindigt met een flinke pets op een kinderbeentje. Geschrokken van het gehuil van de baby en van mijn eigen uithaal, kijk ik naar mijn peuter. Die staat, midden op het bed, héél langzaam op. Ze kijkt me woedend aan, probeert haar broek naar beneden te trekken en zegt: “En nou ga ik kijken waar het pijn doet.”